De ontregeling volgens Levano

Nadat Chaim Levano (1928) me in zijn ontwapenend chaotische werkruimte verteld heeft over zijn nieuwste project, een muziekcompositie voor De ingebeelde zieke van Molière, loop ik even langs het Rijksmuseum. Ja, ze staan er nog, de vliegtuigtrap en de metershoge schilderijenlijst die hij van de zomer (1992) naast de ingang installeerde ter ontregeling van ons vaste kijkpatroon. En inderdaad, de constructie is op zijn minst onverwacht, zoals de verzinner eerder die morgen al tevreden had geconstateerd. Tot Levano’s verbazing voelen sommige museumbezoekers zich er zo door aangesproken dat ze met ‘vergevorderde apparatuur’ hele series foto’s van de installatie maken. ‘Maar er zijn ook woedende commentaren van mensen die menen dat de aanblik van het Rijksmuseum er door wordt aangetast. Ikzelf vind het niet-affe van de compositie, dat ontbrekende stuk in die lijst, het aardigst.’

Niet-af, quasi-bepaald door het toeval, ontregelend. Het zijn de trefwoorden waarmee Levano’s dwarse ondernemingen zich het beste laten definiëren. Dingen in een ander kader plaatsen wil hij. En dat doet hij ook, althans de laatste vijftien jaar, na een min of meer reguliere carrière als hoboïst, pianist, begeleider van balletrepetities en speler in het Resistentie Orkest. Of het nu oudere tekstprojecten betreft als de Ursonate van de dadaïst Kurt Schwitters (‘fümms bö wö täâ zää’), de futuristische Russische opera De Overwinning op de Zon (joe joe joek gr gr gr), of meer recente experimenten als een onderzoek naar de Roodkapje-mythe (Levano met witkanten muts) dan wel een choreografie voor driehonderdtwintig mensen in de Beurs van Berlage, Levano kiest voor de ongewone blik.

HERHALINGEN

‘Het gaat me om het verrassingselement, om ‘het anders gebruik maken van theatrale vormen’ en dan vooral om ‘het eruit lichten’ van bepaalde aspecten. Met de installatie voor het Rijksmuseum (Bekijks III/Glimpse-Glance) wilde ik de losse elementen van een kijkpatroon laten zien. Voor Het Gesloten Akkoord in de Beurs van Berlage gold hetzelfde, maar dan voor beweging. Zoiets vind ik heel spannend en enerverend. Je kunt gedachtes hebben over ruimte, beweging of klanken van een taal en je kunt daar soortgelijke of andere vormen voor het theater bedenken. En zo’n vorm kun je weer toepassen voor het aandeel dat ik had voor het Molière-project voor het Noord Nederlandse Toneel in Groningen. En dat idee was vervat in het schrijven van muziek voor het theaterstuk ‘De ingebeelde zieke’ van Molière. Daar heb ik me overigens niet die grotere vrijheden gepermitteerd die ik mijzelf wel bij de productie van ‘De Overwinning op de Zon’ heb gegund. Molière’s taalgebruik leent zich trouwens veel minder voor dergelijke vrijheden dan het taalgebruik van de Russische futuristen Chlebnikov en Kruchonych in de ‘De Overwinning op de Zon’. Daarin heb ik – met medeweten van de componist Huub Kerstens – sleutelwoorden uit de tekst gelicht. Deze kregen d.m.v. verschuivingen en langgerekte klinkerklanken meer betekenis. Iets dergelijks heb ik – wel op een heel andere manier – met kleine brokstukjes uit Molière’s toneeltekst gedaan. Als voorbeeld laat ik de minnaar Cléante aan zijn geliefde Angélique zeggen: ‘Ik zeg het, zeg het, van jou ik hou, ik van jou ik hou, nog eens en nog eens zeg ik het.’’

BANJO

Dan springt Levano weer terug naar ‘De Overwinning op de Zon’ want hij laat nu horen hoe volgens hem de langgerekte klinkerklanken van woorden van de banjoïst klonken. En dat het niet de bedoeling was dat de acteurs en actrices echt zouden gaan zingen. ‘Ook hier wilde ik proberen of je, zonder duidelijke overgangen, andere kleuren aan een tekst kunt geven.’ En dan weer naar ‘De ingebeelde zieke’ van Molière: ‘Ook daar heb ik gekozen voor de banjo als instrument. De banjoïst is daar iemand, die elke keer korte kenmerkende stukjes tekst (zie het voorbeeld van Cléante aan Angélique) van verschillende personen herhaalt – maar niet van de hoofdfiguur, de ingebeelde zieke. Door deze herhalinkjes lijkt het alsof de banjoïst elke keer verandert van zijn loyaliteit voor een bepaalde persoon. Maar de repetities moeten nog beginnen en dan pas zal blijken of het allemaal in elkaar zal passen. Ik kan wel allerlei ideeën hebben, maar hoe de voorstelling er uiteindelijk uitziet, is vanzelfsprekend de taak van de regie.’

Tineke Straatman
Nederland Toneel
(1992)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s