Theater

image001

Shaffy Weekend
(2013)

Theater Levano
Chaim Levano (1928) heeft vele levens en artistieke carrières gehad. In het Shaffy Theater was hij vooral bekend als pianist van de hilarische optredens van het Resistentie Orkest en het theater van Will Spoor, toen Waste of Time geheten. Over het oeuvre van Levano – musicus, componist, arrangeur, begeleider, schrijver, regisseur, stem- en voordrachtskunstenaar, acteur, theater-, installatie- en radio- en tv-maker – is nu een dvd (samengesteld door Kees Hin) en boek verschenen bij uitgeverij Huis Clos: Theater Levano. Dvd en boek (gerealiseerd met steun van o.a. het AFK) worden gepresenteerd in aanwezigheid van de aanstichter van dit alles. Zijn performance ‘Sonate in Urlauten’ is legendarisch. Hij zal hem live uitvoeren. Tevens zullen fragmenten uit de drieënhalf uur durende film over zijn gehele oeuvre vertoond worden.
8 november, 20.15 uur

http://www.felix.meritis.nl/nl/nieuws/programma-shaffy-weekend

program

______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Schwitters/Jandl
(2012)

Dadaist Chaim Levano liest Schwitters und Jandl

Kiezkultur

Der niederländische Allround-Künstler Chaim Levano präsentiert am 26. April 2012 im Rahmen der Reihe HandVerLesen dadaistische Texte.

Seit den frühen 50er Jahren tritt Chaim Levano als Musiker, Komponist, Co-Repetitor, Schriftsteller, Regisseur, Stimm- und Vortragskünstler, Theatermacher, Schauspieler, Installationskünstler und Radio- und TV-Schaffender auf. Zuerst in den Niederlanden, später auch in Deutschland, erregten seine konsequent auf avantgardistischem und modernistischem
Gedankengut basierenden Aktivitäten große Aufmerksamkeit. Von Charms zu Schwitters, von Stein zu Chlebnikov – viele Größen in der Tradition der Moderne wurden von ihm innerhalb und außerhalb des Theaters dargebracht. Auch bekannte Werke wie die Romane ‚Hirngespinste’ von Bernlef und ‚Mal hören was noch kommt’ von Hans-Joachim Schädlich setzte er mit Erfolg in verfremdetes (Musik-) Theater um.

Levano war einer der Ersten der das Pianorepertoire von Erik Satie in den Niederlanden spielte, der Schwitters klingen ließ, die Musik des Philosophen Nietzsche zu Gehör brachte und die Stücke von Gertrude Stein bearbeitete. Zudem war Levano als Musiker eine der Säulen des Resistentie Orkest’s, des anarchistischen Ensembles, das der Salonmusik in den Niederlanden eine Renaissance bescherte.Chaim Levano liest Texte von Ernst Jandl und Kurt Schwitters (unter anderen aus der ‘Sonate in Urlauten’).

Die Lesung beginnt um 20 Uhr.

Wo?

Kultur- und Bildungszentrum Sebastian Haffner
Prenzlauer Allee 227
10405 Berlin-Prenzlauer Berg

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

LEVANO THEATER
(2011)

Op zondag 4 december startte tijdens de Beurs van Kleine Uitgevers in Paradiso de intekenactie voor Levano Lexicon. Op die dag trad Chaim Levano op in onze studio. In een speciaal voor deze gelegenheid gebouwd theater gaf hij acht korte voorstellingen met teksten van Kurt Schwitters, Ernst Jandl en Velimir Chlebnikov. 137 dozen van 60 x 40 x 40 cm. waren nodig voor de bouw van het eendags-theater.

‘We wilden een intieme ruimte creëren waarin het unieke stemgeluid van Levano zonder versterking tot zijn recht zou komen. Een ruimte in de ruimte bleek de oplossing, en grote bouwblokken die platgevouwen weinig volume kosten. Met 137 dozen en 90 meter dubbelzijdig tape ontstond een ruimte van 280 cm hoog, met een oppervlakte van 360 x 320 cm. Precies groot genoeg voor één acteur en 10 bezoekers. De dozen bleken trouwens beter dan verwacht bestand tegen de dik aangebrachte acrylverf waarmee een grote a en een z (Scala) werden geschilderd.’

Levano Lexicon omslag

http://www.pietgerardsontwerpers.nl/

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Lege Handen / Empty Hands
(2010)

een performance waar de realiteit en onze mening over het ouder worden elkaar gevaarlijk dicht naderen

Waarom raak ik ontroerd als ik naar baby’s of hoogbejaarden kijk? Is het hun vermeende onschuld? Hun onvermogen zich anders voor te doen dan ze zijn? Of is het mijn verlangen iets te zien van de belofte die ik zelf ooit was? Iets wezenlijks dat we voor een aantal jaar verborgen houden, en pas weer laten zien als we hulpbehoevend zijn? De performers in lege handen zijn geen van allen ouder dan 10 of jonger dan 70 jaar oud. Wij op de tribune bevinden ons tussen die twee generaties. Durven we een mening te vormen over deze mensen? Durven we de complexiteit van een volwassen leven op hen te projecteren? Of zien we alleen hun geruststellende glimlach?

Dries Verhoeven was vanaf 2006 verbonden aan Huis en Festival a/d Werf. Hij is onder meer bekend als theatervormgever en als regisseur van grote festivalvoorstellingen, vaak op locatie of midden in de stad. In 2008 ontving hij de VSCD mimeprijs voor U bevindt zich hier en Niemandsland. Voor de eerste keer maakt hij nu een voorstelling voor de theaterzaal, een performance waar de realiteit en onze mening over het ouder worden elkaar gevaarlijk dicht naderen.

Dries Verhoeven en dramaturg Nienke Scholts gaan na de try outs op 24 en 26 november in gesprek met het publiek over de voorstelling en het maakproces. Het gesprek vindt ongeveer 15 minuten na afloop van lege handen plaats in de theaterzaal en is vrij toegankelijk.

concept / regie: Dries Verhoeven
regie assistentie / tekst: Roeland Hofman
dramaturgie / productie: Nienke Scholts
spelbegeleiding: Erik J Dekker
kostuums / tourmanager: Saskia Schoenmaker
performers: o.a. Carla Brünott, Cora Canne Meijer, Elisabeth Cooymans, Max van Egmond, Chaim Levano, Charles van Tassel, Rens Clijnk, Wieke Glas, Julia Harmsen, Derick Pieter, Jara de Leeuw
met dank aan: Theater Kikker

première: 27 november

Pers

Zonder blozen de fragiliteit van leeftijd tentoonspreiden

“In Lege handen zitten tien spelers op een podium dat vol ligt met eieren, vertrapt en intact. De helft is jonger dan 10 jaar, de andere helft ouder dan 70. Met hen maakte Verhoeven geen gezellige familievoorstelling of belerende community-art, maar een abstracte, muzikale theaterinstallatie. Het is de kwetsbaarheid van deze kinderen en bejaarden waar Verhoeven de nadruk op legt. De sober geënsceneerde beelden zijn lang niet altijd even origineel. Maar af en toe wel confronterend vanwege de bijzondere spelers die zonder blozen hun fragiliteit en onschuld tentoonstellen in de tekstloze rollen.”

Vincent Kouters
de Volkskrant
29 november 2010

‘Lege handen’ van Dries Verhoeven

De vloer ligt bezaait met lege eierschalen. Kinderen dansen op een technobeat, bejaarden zingen met broze stemmen. Sommige kinderen zijn verveeld, de ouderen lopen met een stok, één zit in een rolstoel, een ander is blind. Ze dragen allemaal hetzelfde schooluniform, maar bij elkaar horen doen ze niet.
Dries Verhoeven is een van de meest originele theatermakers van Nederland. Hij is een exponent van wat we ‘ervaringstheater’ zijn gaan noemen: in zijn voorstellingen werd je als publiek rondgereden met een busje, nam je je intrek in een hotelkamer, chatte je met een vreemde uit een ver land, of maakte je een wandeling door de stad achter een vreemde aan.
Lege Handen is Verhoevens eerste voorstelling in een ‘gewone’ theaterzaal, maar zijn conceptuele aanpak blijft. Hij brengt vijf kinderen onder de tien en vijf ouderen bij elkaar op het podium en laat ze zwijgen. Aan het plafond hangen tien lichtkranten waarop teksten verschijnen die voor de spelers spreken.
‘Ik zal niet tegenvallen’, belooft een ernstig kijkend kind. ‘Je kunt me vertellen wie ik was’, suggereert een sjieke oude dame. Niet altijd horen de teksten zo duidelijk bij een persoon. ‘Je kunt me binnen houden’ of ‘ik begin steeds opnieuw in hetzelfde boek’; horen die bij een rusteloos kind of bij een demente bejaarde?
De senioren zijn oud-muzikanten, zoals Elisabeth Cooymans en Chaim Levano. Ze zijn breekbaar als ze lopen, maar nog veel breekbaarder als ze zingen. De kinderen zijn minder fragiel; keer op keer vallen ze op de grond, steeds een paar eierschalen verbrijzelend.
Verhoeven heeft op het podium mensen bij elkaar gebracht die buiten het volwassen leven staan en normaalgesproken te jong of te oud gevonden worden voor het theater. Het publiek wordt expliciet aangesproken als de generatie ertussenin, die verlangens op hen projecteert, voor hen zorgen moet maar vaak te druk is met de eigen sores. ‘Ik haal de focus uit je leven.’
Af en toe is het mooi en meditatief, maar bij dit soort voorstellingen is een strakke, buitengewoon geconcentreerde uitvoering een vereiste. Lege handen is te vaak rommelig en stuurloos. Dan wordt het kijken-naar-gebrekkige-mensen, en dat is larmoyant.
Dries Verhoeven is een maker met een methode: werelden bouwen om gevoelens van compassie en mededogen te laten ontluiken. In de theaterzaal is dat hem vooralsnog niet gelukt.
Lege handen van Dries Verhoeven. Gezien 3/12/10 in Utrecht. Te zien in Amsterdam (Frascati) 10 en 11/12. Tournee t/m 26/2/11. Meer info op http://www.driesverhoeven.com

Simon van den Berg
Het Parool
8 december 2010

Dries Verhoeven zoekt broosheid

Dries Verhoeven is een theatermaker die het experiment niet schuwt.

Vrijdag is hij in het Chassé Theater in Breda met zijn voorstelling ‘Lege handen’ waarin kinderen en bejaarden de cast vormen. ‘Kwetsbaar, breekbaar – een heel fragiele voorstelling met broze performers’, zegt Dries Verhoeven over zijn nieuwste ‘ervaringstheater’ Lege Handen. Voor het eerst kiest de uit Oosterhout/ Dorst afkomstige theatermaker voor een min of meer klassiek toneelbeeld.

Lege Handen tourt langs de theaters. Na Utrecht, Amsterdam en de Rotterdamse Schouwburg komt het bijzondere stuk met vijf jonge spelers (tussen 7 en 10 jaar) en vijf bejaarde ‘performers’ (tussen 72 en 90 jaar) morgen in het Bredase Chassé Theater. Er zijn herkansingen in Den Bosch (Verkadefabriek, 11-2) en Tilburg (De NWE Vorst, 18-2).

Zijn Lege Handen is wisselend ontvangen in recensies. Lof was er voor zijn scenografische vondsten (de ‘theaterinstallatie’). Voor de confrontatie die hij biedt met ongewone spelers in hun breekbaarheid en onschuld. Lof voor het inspelen op compassie, mededogen bij het publiek. Met de broosheid, net als de snel brekende eierschalen op het toneel. Maar ook kreeg hij de kritiek dat het eindresultaat ‘te vaak rommelig en stuurloos’ is, zelfs af en toe larmoyant.

Dries Verhoeven (1976, geboren in Oosterhout, opgegroeid in Dorst, theatervormgeving aan de Academie Beeldende Kunsten Maastricht) zit in Berlijn, deels voor vakantie en deels om daar een serie Duitse zomervoorstellingen van zijn eerdere ‘hotel’-festivalproductie U bevindt zich hier (2007) voor te bereiden. Een interview per telefoon dus.

– Na al je eerdere ‘ervaringsvoorstellingen’ met installaties op vooral theaterfestivals nu spelers gewoon op een toneel en publiek in de zaal?

“Als scenograaf heb ik wel meer in theaters gewerkt. Mijn eigen stukken waren tot nu toe vooral op locatie. Ik kreeg veel vragen of ik met mijn werk niet wat meer het land in wilde, theaterzalen langs. Dat doe ik nu met Lege Handen. Ik was zelf ook wel op zoek naar wat meer afstand tot de toeschouwer, die nu minder deelnemer zijn dan in de installatievoorstellingen op festivals. Zoals vorig jaar zomer Life Streaming op onder meer Theaterfestival Boulevard in Den Bosch.”

– Je zoekt met je producties altijd de emotionele verbinding tussen spelers en publiek, de deelnemers. Hoe krijg je die interactie nu het publiek zit toe te kijken?

“Het is de confrontatie van een publiek dat zich een tussengeneratie voelt, tussen die ongewoon jonge en ongewoon oude performers. Normaal heb je die twee groepen niet in het theater. De fysieke mogelijkheden en onmogelijkheden van vooral de hoogbejaarde spelers, dat is voor mij de kracht van de voorstelling. Dingen gaan fout en daar ben ik doelbewust naar op zoek. De kinderen hebben nog geen volmaakte zangstem. De ouderen hebben problemen met hun geheugen, bewegen moeilijk of zitten in een rolstoel, halen een noot niet.”

“Ik zoek wel interactie, maar minder de intimiteit en meer de confrontatie: hoe gaan we om met ouderdom, hoe denk ik zelf oud te worden? Hoe verhoud ik mij tot mijn ouders, kinderen? In een soort wachtkamer, een plek die buiten het leven staat. Waarin je vooruit kijkt en terugkijkt op het leven.”

– Naast de vijf kinderen staan vijf (hoog)bejaarde, maar professionele performers, beroemdheden op het toneel. De zangers Elisabeth Cooymans (90) en Cora Canne Meijer (81), Max van Egmond (74), theatermaker Chaim Levano (72) en anderen. Hoe heb je die kunnen strikken?

“Het kostte veel moeite de oudere artiesten te overreden mee te doen. Ze zijn soms al sinds decennia gestopt met optreden. Ze willen nog steeds graag publiek ontroeren, maar dan met talent en niet met gebreken. Dat ze het oude volume niet meer hebben, noten niet halen, dat ik nummers afbreek: dat zijn natuurlijk allemaal taboes voor professionele zangers. Het was wel mijn angst dat ze zouden afhaken na mogelijk slechte recensies of om fysieke reden. Nu heeft Chaim Levano zijn heup gebroken. Het kan zijn dat hij voor de voorstelling in Breda vervangen wordt.”

– Spelers die zwijgen, kinderen die soms alleen wat dansen, teksten die boven elke speler verschijnen op tekst-lichtbakken.

“Die teksten die passeren, hebben te maken met onze blik op die generaties achter én voor ons. Via die teksten kijkt het publiek naar hen. De teksten wekken tegenstrijdige gevoelens op. Je wilt bij jezelf sommige dingen niet toelaten. Zoals seksualiteit, zowel bij kinderen als bij ouderen. Een kind wil je daarbij beschermen. Van ouderen denk je graag dat die niet met seksualiteit bezig zijn. In verzorgingshuizen is seksualiteit een taboe.”

Lege Handen, installatievoorstelling met ouderen en kinderen.
Regie/tekst Dries Verhoeven.
Chassé Theater Breda, vrijdag om 19.30 uur ( i.v.m. de leeftijden van de spelers).
11-2 Verkadefabriek Den Bosch, 18-2 De NWE Vorst Tilburg

door Rinze Brandsma
BN De Stem
dinsdag 11 januari 2011

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Schwitters/Jandl
(2009)

Dinsdag 22 september 20.00 uur, Lutherse kerk
KURT SCHWITTERS / CHAIM LEVANO
Chaim Levano spreekt klankteksten van Schwitters en Jandl

Concertpianist Chaim Levano ontdekte in de jaren zestig ‘Die Sonate in Urlauten’ van Kurt Schwitters, een monumentaal dadaïstisch werk, bedoeld voor de menselijke stem en gebaseerd op de klassieke sonnetvorm van Beethoven. Levano geldt als dé vertolker van deze controversiële Schwitters-tekst, in binnen- en buitenland. Ook de klankteksten van Ernst Jandl behoren tot het repertoire van Levano. Op deze avond houdt Wilma Sep, docent kunstgeschiedenis, een inleiding over schilder/dichter Kurt Schwitters.

Alle activiteiten, tenzij anders vermeld, in de Lutherse kerk aan het Zuideinde in Monnickendam.
Iedere avond begint om 20.00 uur met koffie. Het programma begint om 20.30 uur en eindigt om 22.00 uur. De toegang is vrij. Bij de uitgang staat de Areópagus-bus voor uw bijdrage.

Levano verklankt werk van Schwitters en Jandl

Door de dichtbijredactie (Witte Weekblad)

MONNICKENDAM – In de Lutherse kerk wordt dinsdag 22 september een bijzondere dada-avond van Areópagus gehouden. Chaim Levano verklankt werk van Kurt Schwitters en Ernst Jandl. En er is meer: kunsthistoricus Wilma Sep licht toe.

Concertpianist Chaim Levano ontdekte in de jaren zestig ‘Die Sonate in Urlauten’ van Kurt Schwitters. Deze tekst, die tussen 1920 en 1930 is geschreven, is een monumentaal dadaïstisch werk. Het werk is gebaseerd op de klassieke sonnetvorm van Beethoven, met terugkerende thema’s. Levano geeft dit werk stem. Hij geldt als dé vertolker van deze controversiële Schwitters-tekst, in binnen- en buitenland.

Ook de klankteksten van Ernst Jandl behoren tot het inmiddels wereldberoemde repertoire van Levano. Hij is een bijzondere kunstenaar en wordt een ‘monument van originaliteit’ genoemd. De laatste dadaïst. Een klankenmagiër. Zijn werk – op het snijvlak van muziek, theater, voordracht en beeldende kunst – is niet in enkele woorden te vatten. Zelf vat hij het samen als: ‘Kijk, luister en beleef.’

Wilma Sep, docent kunstgeschiedenis, houdt op deze avond een inleiding over schilder/dichter Kurt Schwitters. De inloop is vanaf 20.00 uur in de Lutherse kerk aan het Zuideinde in Monnickendam. Het programma begint om 20.30 uur en eindigt om 22.00 uur. De toegang is gratis.

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Schwitters/Jandl
(2002)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

affiche

Liefdesmest
(2001)

Introductie

Chaim Levano naar het verhaal van HANS JOACHIM SCHÄDLICH

Hans Joachim Schädlich is een hedendaagse – uit de voormalige DDR afkomstige – belangrijke Duitse schrijver. Zijn prozatekst ‘Mal hören was noch kommt’ werd in 1999 door de regisseur Carsten Ludwig voor het theater bewerkt en in samenwerking met Chaim Levano in Dresden en Berlijn in een aantal voorstellingen uitgebracht. Met een nieuwe theaterbewerking en regie van Chaim Levano zal de tekst onder de titel ‘Liefdesmest’ nu in Nederland worden geïntroduceerd.

Inhoudelijke beschrijving

Het verhaal van Schädlich gaat over een man, die – in een soort monoloog interieur – terugkijkt op zijn leven waarin zijn verhoudingen met vrouwen een belangrijke rol spelen. Daarbij wordt duidelijk hoe de man zijn vroegere vrouwen in sociaal en moreel opzicht waardeert en hoe hij op hun erotiek terugkijkt. Maar ook hoe zijn vroegere vrouwen over hem denken en wat het begrip ‘liefde’ voor hen uiteindelijk betekent. Daarbij gaat zijn herinnering terug tot de eerste vrouw in zijn leven: zijn moeder. Doodziek, uitgemergeld, roerloos, zichzelf steeds weer bevuilend met drek en stank ligt hij ergens in een bed, op zijn rug, de handen plat op het laken. De man leeft niet alleen met zijn herinneringen en de situatie waarin hij zich nu bevindt, maar hij praat ook met vrouwen, die aan zijn bed verschijnen en die zijn gestamel begrijpen. Er is ook een vrouw die voor hem zorgt en moet gehoorzamen aan de commando’s van een aantal personen die buiten beeld blijven. Het is niet duidelijk waar de man zich bevindt. Misschien ligt hij op een speciale afdeling in een ziekenhuis. Of is hij in handen gevallen van een geprivatiseerd wetenschappelijk instituut voor het klonen van mensen. Of aast men op zijn organen die men na zijn dood voor veel geld wil verkopen? Verder is er ook een vlieg waarmee de man een verhouding krijgt; met deze musca domestica voert de man bij tijd en wijle gesprekken over de liefde en die van de vlieg en hem in het bijzonder, en over de verschillen tussen het mensen- en het vliegenleven. De vlieg is de laatste liefde in zijn leven. De man voedt haar met zijn etter en drenkt haar met het vocht uit zijn wonden. Zij is het enige wezen in de wereld dat nog om hem geeft. Zij is ook de enige waaraan de man iets zal nalaten: zij mag na zijn dood zijn ogen opslurpen.

Pers

Onder de pregnante, meerduidige titel ‘Liefdesmest’ maakte Chaim Levano een theaterbewerking van een prozatekst ‘Mal hören was noch kommt’ van de hand van de Duitse schrijver Hans Joachim Schädlich. Levano heeft een reputatie in Nederland als avant-gardistische toneelvernieuwer, met bijzondere aandacht voor ruimtelijke vormen en teksttoepassingen. Schädlich, afkomstig uit de voormalige DDR, geldt als een belangrijke, eigentijdse auteur wiens werk vaak heftige reacties uitlokt, vooral vanwege zijn nietsverhullend, rauw taalgebruik. Het verhaal gaat over een oude, doodzieke man die uitgedroogd en ondervoed op zijn sterfbed ligt, een langzaam ronddraaiende schijf, met als enige aanspraak een mysterieuze en hardvochtige verpleegster. In een soort innerlijke monoloog kijkt hij terug op zijn leven en vooral op zijn diverse verhoudingen met vrouwen, met wie hij ook denkbeeldige gesprekken voert over liefde en erotiek als hij hun stemmen hoort uit luidsprekermonden. Vlijmscherp en in heel directe, veelal vulgair-erotische taal worden deze relaties geanalyseerd en uiteindelijk naar de mesthoop van het leven verwezen. Alleen een vlieg met wie de man een verhouding krijgt, geeft uiteindelijk nog om hem; hij belooft haar dat zij na zijn dood zijn ogen mag opslurpen. Maar ook zijn laatste hoop om met haar voorgoed verenigd te worden vervliegt als hij in zijn stervensuur te zwaar blijkt te zijn voor een levitatie.
Liefde en erotiek, relatie en eenzaamheid, werkelijkheid en hallucinatie, leven en dood, vormen de voornaamste thema’s van dit Kafkaëske, aan het absurdistische theater verwante toneelstuk, dat vooral in een intieme theaterzaal uitstekend tot zijn recht komt. Er wordt voortreffelijk geacteerd door Jacques Commandeur en Catharina Haverkamp, waarbij met name de rolinvulling van de vlieg door de Duitse actrice Nicole Ohliger vermelding verdient: als vliegvriendin combineert zij op originele, soms adembenemende manier sensuele, erotische aanwezigheid met de zoemende dans rondom stank en verval. Tegelijkertijd geeft zij een zekere lichtvoetigheid aan de overwegend zwaarmoedige thematiek van de toneeltekst, die overigens niet van een soort zwartgallige humor gespeend is. Dit laatste wordt mede in de hand gewerkt door de vele spitsvondige taalkundige grappen van de tekst.

Beckett- en Joycekenner Dr. Marius Buning

Een zoemende dans om stank en verval

Voorstelling: Liefdesmest door De Wassen Neus. Tekst: Hans Joachim Schädlich. Regie en bewerking: Chaïm Levano. Gezien: 6/10 Theater Frascati, Amsterdam. Aldaar t/m 13/10. Inl. (020) 6266866.

Roerloos ligt hij op een bed dat constant rondjes draait; zijn legerstee is een mechanische schijf. De hoge omloopsnelheid van de schijf geeft het tempo van ’s mans gedachten aan en die cirkelen rond maar één thema: de vrouw.

De vrouw met al haar primaire geslachtskenmerken en al haar lichaamssappen, de vrouw als driftmachine die prima functioneert zolang de man dat doet. Maar het probleem van die oude man is dat bij hem de ene functie na de andere uitviel, zodat de vrouwen zich gedesillusioneerd van hem afkeerden.

Het enige feminiene wezen dat nog belangstelling voor hem heeft is een vlieg. En toch moet hij ook haar teleurstellen. Zodra hij uitgepoept is wil zij met hem wegwieken maar hij blijft te zwaar. Inplaats van een levitatie is zijn sterven een glansloos wegzakken in zijn eigen mest.

Enige diepzinnigheid kun je deze voorstelling niet ontzeggen. Leven en dood, vliegen en liefde en mest: het is niet niks allemaal. De schrijver, Hans Joachim Schädlich uit Duitsland, heeft vulgariteiten met laatste vragen verbonden en dat op een originele manier. De regisseur, Chaïm Levano, heeft de naargeestigheid van het vergaan gecombineerd met de opgetogenheid van een man die nog één keer verliefd is, op een vliegje weliswaar en in een koortsige hallucinatie, maar toch. En Nicole Ohliger, het vliegje, heeft erotiek met viezigheid vermengd in een zoemende dans om de stank.

Waarom sorteren al die voorbereidingen en inspanningen en ingevingen toch zo weinig effect?

Liefdesmest bevat te veel monotonie. De stervende sterft, het vliegje vliegt, de oppas, want die is er ook nog, past op. De schijf draait, de seks maalt, het klokje tikt en Jacques Commandeur zegt om de haverklap `kut’.

Hij zegt dat met gespitste lippen en voorbeeldige k’s, u’s en t’s, alsof de letters in de krant moeten en niet in een morsig bed. Jacques Commandeur zegt ook om de haverklap `stront-hoop’. Een dermate keurig ingedeeld woord stinkt alleen maar naar steriliteit. Daar kunnen de zo rijkelijk de zaal ingespoten schimmels gewoon niet tegenop.

Door Anneriek de Jong
NRC
10/10/2001

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Kehrseiten
(1999)

IN HET HOLLAND FESTIVAL

KEHRSEITEN

VAN

CHAIM LEVANO

i.s.m. Frank Heuel

(uitwisseling tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland)

Kehrseiten is een stuk van Chaim Levano en Frank Heuel over 40 Duitse persoonlijkheden, die zich in deze choreografie van hun meest alledaagse kant laten zien. Het schone van het gewone komt aan de orde in het stuk, dat speciaal is gemaakt voor het festival Kunst.nrw.nl, waarin kunstenaars uit de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen en Nederland samenwerken. Vanavond in het Trusttheater première, ook morgen en overmorgen.

de Volkskrant
21/10/99

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

site
Zimmerfluchten
(1998)

„Zimmerfluchten“ mit Texten von Gertrude Stein
Regie: Chaim Levano
Eine Koproduktion der Sophiensaele und des Festspielhauses Hellerau Dresden

Montag, 5. Oktober 1998

Mit Frau Stein auf Zimmerflucht

Kleine Bühnen mit großen Momenten Wo spielt man ein Stück, das keines ist? Man verlegt den Spielort einfach in die Wirklichkeit. So erlebte man denn auch an drei Abenden die “Zimmerfluchten” in den Sophiensälen. Gertrude Stein (1874-1946), die eher als die große Anregerin und Kunstmäzenin von Picasso und Matisse bekannt ist, regte ihrerseits Chaim Levano zu diesem Projekt an. Der Holländer, führender Kopf der avantgardistischen Theaterszene Hollands, verband durch seine Art nichtinszenierter Inszenierung Kunstsprache mit Alltag, Wirklichkeit mit Möglichkeit, Banales mit Absurdem. An den Spielorten – Küche, Büros, Flure – mischen sich die sechs Darsteller mit ihrem gleichermaßen befremdenden wie intensiven Spiel zwischen die Zuschauer. Nebeneinander wird Gegeneinander wird Miteinander. Dazu eine Gruppe von Schülerinnen und Schülern vom John-Lennon-Gymnasium in Mitte, die so selbstverständlich agieren, als hätten sie soeben bei Gertrude eine Lektion erhalten. Ungewöhnlich wie unterhaltsam! gi
Berliner Kurier

http://www.berliner-kurier.de/home/archiv/mit-frau-stein-auf-zimmerflucht/-/8259702/7648988/-/index.html

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Moderne Andachtspunkte
(1997)

Chaim Levano (Theaterregisseur), Amsterdam; Ute Stammberger (Theaterregisseurin), München; B.S. Stucka (Assistent), Bad Ischl.

Angeregt durch den “Lichtbradlmontag” tauchen in der Innenstadt von Bad Ischl Gesichter von älteren BewohnerInnen auf. Von Bäumen herab, aus Auslagen heraus, am Bahnhofsschalter, im öffentlichen Bus, im Kurpark… Bilder, die beiläufig mit-schauen, mit-warten und mit-beobachten. Eine Motivation zum Innehalten. Moderne Andachtspunkte.

Schauplätze: Bad Ischl.
Zeitraum: 18. – 24.8.

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Mal hören was noch kommt
(1996)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

the sky is blue
(1996)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Dunschillertjesgeluk
(1996)

Pers

Utrechts Nieuwsblad
22/2/1996

 

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Patrouille naar Potocari – of de laatste dagen van Dutchbat in Bosnië
(1995)

Uitvoeringen:

15 oktober 1995 – persvoorvertoning – De Rode Hoed, Amsterdam
9 november 1995 – première – Theater de Engelenbak, Amsterdam
10 november 1995 – uitvoering met paneldebat (met Chris Keulemans, Anet Bleich, Leon Wecke e.a.)
11 november1995 – idem

Bezetting:

Luitenant Kolonel Pieterse – Gerrat Klieverik
Rat Blatic – Inger van Maarseveen
3 lichtbewapende blauwhelmen:
Sergeant Veldhuis, nco in command – Marco Bottelier
Chauffeur Dijkstra – Bert Vos
Verbindingsman Bouwman – Arthur Pont
Renzo, een jonge soldaat – Annebet Brongers
Providence, een oude lokale man – Inger van Maarseveen (als dubbelrol)
Zes anonieme mannen – Bert Vos, Gerrat Klieverik, Annebet Brongers, Arthur Pont, Inger van Maarseveen en Marco Bottelier (als dubbelrol)

Medewerkers:

Regie: Chaim Levano
Drama: Maarten Vonder
Geluid: Bert Barendsen
Licht: Onno Berkenbosch
PR: Ernst Frankemolle
Productie: Prosodic Rhapsody
Nederlandse tekst: Toneeluitgeverij Grosfeld
Advies: Frances Sanders, Pieter Bouwman, Gustaaf Stuiveling, Jos Vijverberg, H.A. Vonder, Kirsten Gartz, Paul van Westing, Martin van Amerongen, Chris Keulemans, Asja Hafner

Pers

Laatste dagen van Dutchbat op de planken

Van onze kunstredactie AMSTERDAM – Het is in de theaterwereld zeldzaam dat de politieke actualiteit op de voet wordt gevolgd. Dit lijkt niet te gelden voor het oorlogsgeweld in Bosnië. Donderdag 9 november is in het Amsterdamse theater de Engelenbak de première van ‘Patrouille naar Potocari’, een leesvoorstelling over de laatste dagen van Dutchbat in Bosnië.

Maarten Vonder verzorgde de tekst, waarvoor hij zich op de televisieberichtgeving baseerde; Chaim Levano regisseert. In het theaterseizoen ’93/’94 werd de jeugdtheatervoorstelling ‘Mirad, een jongen uit Bosnië’ van theatergroep Wederzijds zo goed ontvangen dat de schrijver, Ad de Bont, een tweede stuk schreef over de gevolgen van het oorlogsgeweld in Bosnië voor jongeren. Het Muztheater bracht deze voorstelling het afgelopen seizoen op de planken.

Trouw
31/10/95

Geen clowns in ‘Patrouille naar Potocari’

AMSTERDAM – “Er komt kennelijk een moment dat je gemobiliseerd raakt, terwijl je het andere keren liet lopen.” Voor schrijver/dramaturg Maarten Vonder was ‘het’ de gebeurtenissen in Srebrenica. De val van deze ‘veilige haven’ vindt hij een keerpunt. Hij onderschrijft de theorie dat de VN de enclave offerde voor een betere uitgangspositie bij onderhandelingen over toekomstige vrede. Maar ‘Patrouille naar Potocari’, een ‘live hoorspel’, gaat vooral over Dutchbat en Bosnische burgers. Vanaf vanavond staat het stuk drie dagen in de Amsterdamse Engelenbak.

De gebeurtenissen in Srebrenica, het lot van de vluchtelingen en de vermisten, de houding van de militaire en diplomatieke top in het westen, het staat inmiddels zo dicht bij hem, dat Vonder (1953) elk gesprek erover ervaart als een soort persoonlijke debriefing. “Je kunt niet ongestraft aan dit soort onderwerpen zitten. Ik ben in een flits begonnen. Na vijf dagen – ik had toen dertien pagina’s tekst – dacht ik dat ik leeg was. Maar een dag later realiseerde ik me dat dat gevoel een list was van mijn mentale afweersysteem. Ik ben toen meteen de spelers gaan bellen.”

Vanaf dat moment gingen het organiseren van de voorstellingen en het schrijfproces gelijk op. Na drie weken was de eerste versie af. “Ik heb er een behoorlijke dosis galgehumor in gegooid. Kennelijk had ik dat nodig om het verhaal op papier te krijgen. De patrouilleleden Bouwman en Dijkstra – de namen zijn fictief – waren in eerste aanleg clowns. Maar dramatisch schoten we er niets mee op: het clowneske is grotendeels geschrapt.”

De restanten wrange kolder zijn terug te vinden in grapjes als: “Weet je hoe je tegenwoordig appelmoes maakt? Je zet een mandje appels op het grasveld, je lost een schot in de lucht en tegen etenstijd is het moes. Dat is de laatste grap hier. Maar met granaatappels werkt het niet.”

Deze, en andere grappen verzon Vonder zelf. Zoals bijna alle teksten. Vonder schiet in de verdediging. “Ik denk dat je je met intuïtie en een dosis intelligentie situaties kunt voorstellen die niet letterlijk bekend zijn. Daar ben je een schrijver voor en een schrijver gebruikt zijn verbeelding.” Pogingen om met de Dutchbatters te praten, werden afgehouden door defensie. Slechts een van hen kon hij spreken, na een openbaar interview in het Amsterdamse theater De Balie.

Geen gesprekken, en dus ook geen reacties van de Nederlandse betrokkenen op zijn stuk. Vonder vindt dat echter niet zo erg. “Reacties in de zin van: wat heb je het aardig opgeschreven – dáár doe ik het niet voor. Ik heb het stuk geschreven voor de geïnteresseerde televisiekijkers die geheel verzuipen in alle informatie.”

Die interesse vindt hij ook terug op onverwachte plekken. De Neerlandicus Vonder werkt al geruime tijd – nadat hij zich een aantal jaren ‘suf had gesolliciteerd’ – in een sexshop. Alle collega’s tonen belangstelling en van zijn baas krijgt Vonder alle mogelijke tijd om het stuk te realiseren.

Vonder heeft in deze versie van zijn stuk het accent gelegd op de ervaringen van een patrouille in het veld en de lotgevallen van twee Bosnische meisjes. “Zij staan voor de grijze, anonieme massa vluchtelingen.” De machinaties aan de top – “Anderhalve dag vergaderen over luchtsteun en dan nog wachten tot het donker wordt!!” – en de houding van de Dutchbatters tegenover de Bosniërs heeft Vonder veel minder belicht.

In een volgende versie van zijn stuk wil Vonder het machtsspel aan de top verder uitlichten. Volgens hem kregen de zes pantserwagens van Dutchbat die van 9 op 10 juli door Zagreb naar een ‘blocking position’ in de enclave waren gestuurd, opdracht zich aan flarden te laten schieten om zo een alibi te verschaffen voor luchtsteun, “terwijl ze zelfs dàt niet wilden. Dat maak ik althans op uit de artikelen.” Bij zo’n intrigerend thema begint Vonder te dromen van muziektheater, zoals ‘Nixon in China’ van John Adams, of ‘Norodom Sihanouk’ van Ariane Mnouchkine.

De Dutchbatters heeft Vonder geprobeerd zo eerlijk mogelijk neer te zetten. Hoewel hij zijn twijfels heeft over hun houding gaat het hem te ver om hen te verwijten dat ze deportaties hebben toegelaten, lijsten met namen te makkelijk hebben overgedragen. “Het spijt me, je kunt niet van 400 gewone jongens eisen dat ze zich opstellen als individuele verzetshelden.”

Trouw
Shirah Lachmann
09/11/95

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Vaderland
(1995)

Op 4 en 5 mei houdt het Gezelschap van de Zee een reading van Abel Herzbergs Vaderland in de Rotterdamse Schouwburg. Over de Joodse professor Ignaz Levie wiens werk op de universiteit onmogelijk wordt gemaakt door zijn eigen studenten.
de Volkskrant
28 april 1995

Vaderland (1934) van Abel J. Herzberg
Het Gezelschap van de Zee
Regie: Kees Scholten
Kostuums: Gerda Knuivers
Decorontwerp: Laura de Josselin de Jong
Lichtontwerp: Ivo ten Hagen
Uitvoering muziek: Henri Korthout

Uitvoerenden: Jan van Dijck, Fred van der Hilst, Theo de Groot, Truus te Selle, Kees Coolen, Ivo ten Hagen, Lieke Rosa Altink, Har Smeets, Felix-Jan Kuypers, Jaap ten Holt, Bart Vanlaere, Tineke Schrier, Froukje van Houten, Sacco van der Made, Chaim Levano, Matthias Maat, Jan Schuurman Hess

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Ein russischer Abend
(1995)

EIN RUSSISCHER ABEND

mit Chlebnikow, mit Wodka, mit Wwedenski, mit Chor, mit Charms, mit Schauspielern

Regie: Chaim Levano

Als die literarische Avantgarde zu Beginn des Jahrhunderts ‘HIER! in Russland’ rief, tat sie das mindestens so avantgardistisch und futuristisch wie anderorts. Zum Teufel mit Realität und Logik. Und her mit dem Wunderlichen, dem Absurden, dem Nonsens. Eine Gruppe hochpoetischer Feuerköpfe – sie nannten sich Oberiu – nam sich vor, der Wirklichkeit gehörig auf den Kopf zu hauen. Und die sollte dabei nicht mit einem blauen Auge davonkommen. Nein, die oberiutische Weltwahrnehmung und Weltzerstückelung ging aufs Ganze.

Chaim Levano, holländisches Multitalent und mehrfacher Gastregisseur im Pumpenhaus, präsentiert die drei renommiertesten Vertreter dieser russischen Avantgarde: nicht als Lesung, nicht als Schauspiel – eher als Performance. Also bitte immer schön locker bleiben und bloß nicht alles bierernst nehmen (Wodka!). Wie heißt es so treffend im Manifest von Vereinigung einer realen Kunst: Oberiu: “Die Poesie ist kein Griesbrei, den man, ohne zu kauen, schluckt und sofort vergessen hat. Wenn sie zu uns kommen, vergessen Sie alles, was Sie in anderen Theatern zu sehen gewöhnt waren.”
Wir bitten zu einem – hoffentlich unvergesslichen -Theaterpremierenabend am 10. März, in die Gartenstrasse 123.

(foto’s: Ralf Emmerich)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Herrenleid
(1994)

Herenleed – een programma van weemoed en verlangen

De dameskapper
Het bloemenveld
Het lijk

Naar de tv-serie Herenleed van Armando en Cherry Duyns

In een première-recensie in de Westfälische Nachrichten werd deze productie van de serie Herenleed omschreven als ‘evenwichtige onzin’. De nieuwe bezetting van Herenleed omzeilt inderdaad de riffen van bombast en de ondiepe wateren van de melancholie. De driepersoons stukken worden bevolkt door twee heren, Man 1 en Man 2, steevast terzijde gestaan door een derde karakter. ‘De dameskapper’ bijvoorbeeld, die in de aanwezigheid van de twee heren vanzelfsprekend wordt gedwongen om te leven vanuit een onvervuld bestaan. Hij krijgt niet meer dan een ondersteunende rol. In ‘Het lijk’ worden de heren bijgestaan door een stoffelijk overschot dat weer springlevend uit de doodkist stapt. Verder domineren de twee heren de gebeurtenissen. De drie stukken, oorspronkelijk episodes uit de Nederlandse tv-serie Herenleed, werden geschreven door Duyns en Armando. De eerste is een succesvol auteur, de tweede is een wereldberoemde beeldend kunstenaar. De twee heren uit de Herenleed serie zijn een waarlijk curieus paar. Beide protagonisten zitten even vol met absurde komedie. Om te beginnen wordt de werkelijkheid zo nu en dan uit de juiste volgorde geplaatst. En als de tot fantasmagorie geneigde heren echt op dreef zijn, wordt het al snel duidelijk dat dit zonder meer geestig is. Bovendien is het een zeer intelligente overgave aan de wirwar van het bestaan. Minkukels van deze statuur zijn in het uitstekende gezelschap van Don Quichot en Sancho Panza, Stan Laurel en Oliver Hardy, maar ook Vladimir en Estragon. De drie Herenleed stukken werden geregisseerd door Chaim Levano. Deze regisseur en conceptueel kunstenaar woont in Amsterdam, maar is ook een bekende figuur in Münster. We herinneren ons met genoegen zijn Gertrude Stein productie in het Iduna-Hochhaus en zijn zeer onderhoudende Dada-lezingen met teksten van Schwitters.

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Zomerdans
(1992)

Zomerdans van Brian Friel vertaald door Peter Nijmeijer

RO Theater

Regie: Peter de Baan
Productie: Alex Kühne
Choreografie: Tjitske Broersma
Kostuums: Carin Eilers
Decorontwerp: André Joosten
Lichtontwerp: Henk van der Geest

Uitvoerenden: Chaim Levano, Leonoor Pauw, Sylvia Poorta, Debbie Korper, Esther Scheldwacht, Antoinette Jelgersma, Wannie de Wijn, Fred van der Hilst

foto’s: Leo van Velzen

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

afficheStein Coupée
(1991)

Persbericht

Wat Gertrude Stein stoorde aan het traditionele toneel was wat ze ‘syncopated time’ noemde. Daarmee bedoelt ze dat het publiek emotioneel te snel of te langzaam reageert op het gebodene. Haar ideaal was nu juist dat de actie op het toneel en de reactie van toeschouwers in hetzelfde ritme en tempo verliepen. Dan namelijk zou het publiek deel uitmaken van hezelfde moment als het toneelstuk aanbood. Daarmee zou de toeschouwer een deel van het landschap kunnen worden en opgaan in de handeling die nergens vandaan komt en nergens heengaat.

Stichting de Wassen Neus van Chaim Levano kondigt aan:

STEIN COUPÉE
in
theater De Balie

elke vrijdag & zaterdag (22.00 uur) en zondag (14.30 uur)

Gertrude Stein (1874-1946) was een vermogende Amerikaanse die leefde in Parijs. Haar huis was een toevluchtsoord voor vele kunstenaars en met haar proza leverde ze een belangrijke bijdrage aan de literatuurvernieuwing. Zes actrices spelen en lezen zeer uiteenlopende teksten van Gertrude Stein in een trappenhuis, douche, toiletruimte en in aan elkaar grenzende kantoorvertrekken van De Balie.

De belangstellende wordt door deze ruimtelijke opzet in staat gesteld net zo lang in elke ruimte te kijken en te luisteren als hem dat zint. Misschien constateert hij tijdens zijn rondgang dat Gertrude Stein niet hield van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden. Misschien hoort hij dat ze dol was op werk- en bijwoorden, dat ze een bloedhekel had aan komma’s en vraagtekens en dat zinnen voor haar niet emotioneel waren maar alinea’s wel. Zeker ontdekt de belangstellende dat Stein geen verhalen vertelt, geen beroep doet op het geheugen, geen psychologische ontwikkeling laat zien en geen einde geeft, happy of niet.

Gertrude Stein schept een nieuwe luister- en belevingswereld waarin ieder woord even belangrijk is. In haar proza vindt geen enkele ontwikkeling plaats en iedere zin is er eenzaam.

Dirk van Weelden
NRC Handelsblad

Press Release

FOR FAKE’S SAKE of Chaim Levano
will present
in
theatre De Balie in Amsterdam:

STEIN COUPÉE

At the age of 29 – in the year 1905 – the American expatriate Gertrude Stein arrived in Paris. She soon became the central figure of a salon that was an inspiring meeting place for many artists. This position earned her the name of Mother of the Lost Generation and Matron of the Modernists. She started an art collection that included the works of such painters as Gauguin, Renoir and Picasso, who were not celebrated at the time. She felt an artistic affinity with the work of Picasso, in particular: “Pablo does abstract portraits in paint, I try to make abstract portraits by using my own means of expression: words.” Gertrude Stein’s prose, plays, poems, lectures and essays are characterized by the absence of a narrative coherence. She aimed at a literature that does not make an appeal to memory, and in which every sentence is equally important, because it is equally solitary. She avoided commas, adjectives and question marks. Instead she put the emphasis on verbs, full stops and adverbs as bearers of dynamism and expressive power that refer to themselves.
This autonomy of the language was the point of departure for ‘Stein Coupée’, a program in which seven actresses simultaneously perform and read fragments from Gertrude Stein’s texts in seven offices, on staircases, in lavatories and on several landings.
Going from spot to spot, visitors to the program can choose the text that best matches their frame of mind.

Texts were selected, translated, edited and directed by Chaim Levano and Carel Alphenaar

Performance: Ariëlle Brouwer, Truus Dekker, Mary Donovan, Tineke Haverkamp, Nora Kretz, Patty Pontier and Frances Sanders

Stage setting: Fleur den Uyl

foto1foto2foto3

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Passage Oost-Europa
(1990)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

ITALIENER
(1990)

Uit ‘ITALIANEN’

1. Er zijn voldoende van hen en de meesten van hen zijn waar de andere van hen zijn.
2. Er zijn voldoende van hen maar zeker niet te velen van hen, zeker niet te velen van hen.
3. Er zijn velen van hen en de meesten van hen zijn waar de andere van hen zijn.
4. Ze hebben een manier van doen wat ze doen, ze hebben een manier van niet doen wat ze niet doen.
5. Ze hebben een manier een soort gevoel over zich zelf te hebben dat zij degenen zijn die doen wat ze doen op de manier die iets is om het verlangen te bevredigen wie dan ook wat dan ook te laten doen.
6. Ze zijn degenen die hen bij een soort gevoel een gevoel geven te weten dat ze niet op een manier die bevredigend is zullen doen wat ze ook doen.
7. Ze zijn degenen die praten, ze zijn degenen die een of ander iets doen, ze zijn degenen die wachten, snel wachten, heel snel wachten op wat dan ook staat te gebeuren en gemakkelijk doorgaan met wachten, op wachten wat dan ook gebeurt niet weer gebeurt.
8. Ze zijn degenen die praten en praten en zij zijn degenen die snel zijn met praten en die wachten op iets dat gebeurt en zij zijn degenen die niet zo snel zijn, niet voldoende snel om niet de langzamen te zijn, die absoluut langzamen.
9. Ze zijn degenen die heel velen zien.
10. Er zijn heel velen van hen.
11. Er zijn absoluut voldoende van hen.
12. Er zijn niet te velen van hen.
13. Zeker heel velen van hen zijn blij over hun volledig aan het bestaan zijn, zeker heel velen zijn volledig blij door hun volledig aan het bestaan zijn. Er zijn niet te velen van hen.
14. Ze hebben iets op hen groeien, sommigen van hen, tamelijk veel van hen en zeker zouden heel veel anderen niet wensen dat zulke dingen uit hen groeiden, dat is te zeggen op hen groeiden.
15. Het maakt hen, diegenen die zulke dingen hebben, maakt hen elegant en charmant, maakt hen lelijk en walgelijk, maakt hen schoon uitziend en glanzend en rijk en donker, maakt hen vies uitziend en woest en ergerlijk.
16. Ze zijn geen excentrieken dezen, ze zijn……

Pers

Uit een interview door Andreas Gressmann
in de Neue Züricher Zeitung

Chaim Levano werd door het theater ‘Winterquartier’ in München en het theater in Erlangen uitgenodigd om zijn bewerking van ‘Italianen’ in het Engels en Duits van Gertrude Stein in Erlangen te realiseren en ook in festivals in München, Würzburg en Amsterdam uit te voeren.

A.G.
Het lijkt me dat bij uw nieuwe stuk de taal zich sterker op de voorgrond treedt.

C.L.
Ja, deze tekst is taal- en spraakkundig en in zijn structuur buitengewoon virtuoos; het heeft een indringende polsslag en bezit – zoals ik het noem – vele ‘woord-objecten’. Woordobjecten zijn begrippen die plotseling – als in een landschap – opduiken en die op allerlei manieren worden genoemd en beschreven om daarna weer te verdwijnen. ‘Woordobjecten’ zijn b.v. ‘weinig existeren’, ‘een normaal iets’, ‘beetje aangenaam zijn’, ‘een weemoedig iets’ etc. Ook gebruikt zij vaak tegenstellingen zoals b.v. snel – langzaam, hetzelfde – verschillend, lang – kort, veel – weinig. Ook het begrip ‘Nu’ is voor Stein belangrijk. B.v. het ‘Nu-Beleven-Kunnen’, het ‘Nu-Waarnemen’. Bovendien wil ze niet dat een verhaal het gebruikelijke begin en einde heeft.

A.G.
Heeft u deze theoretische uitgangspunten van G. Stein alleen maar in uw hoofd of vloeien die direct door in uw bewerking?

C.L.
Haar uitgangspunten spelen zeker een rol in de regie. Bovendien heb ik keuzes gemaakt dat haar teksten solistisch, duet-trio-kwartet vormig etc. afwisselend gesproken worden. Een en ander is ook afhankelijk in wat voor soort getheatraliseerde ruimtelijke situaties deze teksten gesproken worden.

A.G.
Is het nu nog een stuk van Gertrude Stein of is het uiteindelijk een stuk van Chaim Levano geworden?

C.L.
Er ontstaat natuurlijk een bepaalde persoonlijke signatuur wanneer je een dergelijke tekst dramatiseert, want iemand anders zou het heel anders doen. Bij een echt drama van Shakespeare kan men zeggen dat een bepaalde opvatting en bewerking niets met Shakepeare te maken heeft.

A.G.
U bent toch ooorspronkelijk musicus? Ik geloof dat dit een belangrijke rol speelt in uw opvatting over theater: waarop en waar vandaan het theater de spanningen moet betrekken.

C.L.
Dat hoeft zeker niet betrokken te worden op een verteld verhaal of op een handeling… Ik ben niet zo geïnteresseerd in zogenaamd psychologisch theater. Dat doen trouwens genoeg andere mensen. Ik probeer andere dingen te vinden of aan de orde te stellen. Gertrude Stein streefde ernaar om in taal een zo groot mogelijke eenvoud en helderheid te kunnen bereiken.

A.G.
Wanneer ik b.v ‘Italianen’ vergelijk met haar vroegere werken, waarin behoorlijk veel op het toneel ‘gebeurde’, zou men dan kunnen zeggen dat ze ook op het theatergebied streefde naar een steeds grotere eenvoud en helderheid?

C.L.
Een tekst als ‘Italianen’ is nogal gevaarlijk en vol risico’s en dat is heel aantrekkelijk. Stein is voor een belangrijk deel taal, maar aan de andere kant zit ‘Italianen’ vol met allerlei muzikale elementen die je met beweging en licht een extra diepte kunt geven. Stein was geniaal omdat ze in taal een uitdrukkingsmogelijkheid gevonden of ontdekt heeft om het ‘Hier en Nu’ direct beleefbaar te maken. Ze doorbrak het feit dat de meeste mensen gewend zijn dat een vertelling een begin en een eind moet hebben. Ze plaatst de lezer of de toeschouwer voor een heel andere opgave. Namenlijk om een tekst als ‘Italianen’ te willen en te kunnen volgen en daarin nieuwe en andere dingen te ontdekken. Want deze laatste zijn er m.i. zeker, heel zeker.

EEN FURIEUZE ORGIE VAN AGRESSIE

n.a.v. ‘Italianen’

Nauwelijks heeft men plaatsgenomen in een van de drie kanten rondom de speelplek of de verbazing slaat toe. Want Hansjörg Hartung heeft de denkbeeldige scheidslijn tussen spelers en publiek met ragfijn gaas bespannen, zodat de blik op de zich schuin tegenover bevindende toeschouwers merkwaardig vaag lijkt.

70 minuten lang – tot het einde – zal een meisje met een zaklantaarn slaapwandelend door de toeschouwers lopen terwijl ze non-stop uit Gertrude Stein’s ‘The making of Americans’ voorleest. Wat verder de Nederlandse avantgardist Chaim Levano met zijn 9-koppige internationale toneelspelers en de prozatekst ‘Italianen’ heeft bereikt gaat veel verder dan een modische gril; het vertegenwoordigt een strikt karakter van Kunst.
De voorstelling zou ‘Soli en Tutti’ kunnen heten, hetgeen op de musicus Levano slaat, die de tekst bijna als een muzikale compositie heeft opgevat. Met heftige staccato-accenten laat hij zijn uitvoerders allerlei alledaagse formules uitstoten. Heftige publieksreacties blijven niet uit.

Persreactie Münchener Merkur/Fridemann Leipold

Martin Schouten
de Volkskrant
17/5/1990

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Elizaveta Bam
(1990)

Introductie

Elizaveta Bam van Daniil Charms

Daniil Charms werd geboren in 1905 in Sint-Petersburg en hij stierf daar (door uithongering) in 1942. Charm’s oeuvre (korte verhalen, scènes, poëzie) behoort tot het allerbeste wat de moderne Russische literatuur te bieden heeft. De wereld van Charms’ proza is er een van willekeurig geweld. Morele en ethische vragen zijn niet aan de orde. De personages zijn bloedeloos en getekend zonder enige psychologie maar lijden nochtans pijn onder het geweld dat hun wordt aangedaan. De personen die geweld uitoefenen staan steeds zo volstrekt onverschillig tegenover de pijn van de ander dat zelfs van sadisme niet kan worden gesproken: hun optreden is een vorm van automatisme.
‘Elizaveta Bam’ werd geschreven in opdracht van de ‘theatrale divisie’ van de experimentele groep OBERIU en werd voor het eerst opgevoerd in 1928.

OVER DANIIL CHARMS n.a.v. ELIZAVETA BAM

Aan het eind van de jaren twintig startte Charms met onder anderen Aleksandr Vvedenski en Nikolaj Zabolotski de literaire beweging ‘OBERIU’, ‘Vereniging van reële kunst’. Deze groepering maakte absurdistische werken en hield literaire avonden – met als hoogtepunt de avond ‘Drie Linkse Uren’ uit 1928. Charms’ werk kenmerkte zich door de korte, van iedere vorm van logica gespeende verhalen, die vol zitten met willekeurig geweld en onverwachte wendingen, wat een nauwe band met het angstige leven van het stalinistische Rusland van de jaren twintig en dertig laat zien. Daarnaast schreef hij poëzie, de novelle ‘De oude vrouw’, filosofische en mathematische traktaten, en zijn er van hem vele brieven bewaard gebleven die de onlosmakelijke mengeling tussen de mens en de schrijver Charms laat zien, hetgeen bijdraagt aan de mythevorming rond zijn persoon. Met de opkomst van de Stalinterreur werd het voor niet-conformistische schrijvers steeds moeilijker om te overleven, en dat gold ook voor Charms. OBERIU verdween, en Charms werd in 1931 veroordeeld tot een verbanning naar Koersk, waarvandaan hij in 1933 terugkeerde naar zijn geboortestad. Daar legde hij zich toe op kinderliteratuur, omdat zijn werk onder Stalin niet meer gepubliceerd werd. Uiteindelijk werd hij in 1941, tijdens het beleg van het inmiddels tot Leningrad omgedoopte Sint-Petersburg, gearresteerd en krankzinnig verklaard. Charms stierf begin 1942, vermoedelijk uitgehongerd, in een psychiatrische inrichting. Hij heeft geen graf. Na zijn dood vond zijn vriend Jakov Droeskin Charm’s manuscripten terug in diens huis waardoor die voor de wereld bewaard zijn gebleven. Vooral nadat Gorbatsjov de glasnost-politiek invoerde, veroverde Charms de wereld en inmiddels zijn er vele films en toneelstukken gewijd aan zijn werk.

illustratie(tekening: Frits Muller)

http://www.chaimlevano.nl/elizaveta/elizaveta_presentatie.htm

Pers

Korte eruptie van energiek absurdisme

Je kan van de Wassen Neus zeggen wat je wilt, maar de repertoirekeuze van Chaim Levano is steeds weer verrassend. Na Dada-uitstapjes en een Roodkapje-discours nu een Russische asbsurdist avant la lettre. Daniil Charms, wiens Elizaveta Bam wordt gespeeld, maakte deel uit van een groep kunstenaars die ‘OBERIU’ heette (Vereniging van reële kunst). In 1942 stierf Charms in de gevangenis, omgebracht door het regime van Stalin, waarin aan humor en fantasie geen behoefte was. Het is opvallend dat onderdrukking een bepaalde rol speelt in Elizaveta Bam. Een man onderdrukt zijn vrouw en dochter (Elizaveta) en soldaten onderdrukken de burgers en elkaar. Elizaveta (Trudie Lute) verzet zich, maar moet in een door angst beheerste wereld uiteindelijk het onderspit delven. Charms heeft de scènes van zijn stuk ridiculiserend genre-aanduidingen gegeven als: ’klassiek’, ‘pathos’, ‘vlammend speechje’ en ‘realistische komedie’.
Elizaveta Bam is een eruptie van theatrale energie en is vol hoogtepunten. Met name Chris Bolczek en Nico de Vries weten goed raad met de grillige logica van Daniil Charms. Of beter gezegd: de grillige niet-logica van Daniil Charms. Het meest zuivere beeld van absurdisme wordt geleverd door een technicus. Hij komt op met een blok hout met de zaag er al in. Hij zet het blok neer en de zaag begint vanzelf te zagen. Dat kan niet en dat kan tegelijkertijd ook weer wel, want je ziet het gebeuren. Dat is meesterlijk.
Het publiek stáát bij Elizaveta Bam en dat is een verstandig besluit. Het werkt vervreemdend en zorgt er bovendien voor dat je na afloop, in mijn geval niet geheel ongewenst, een staande ovatie geeft.

Don Duyns
Het Parool

ELIZAVETA BAM

Als je een etiket op deze voorstelling plakt, is dat onvermijdelijk dat van het absurdisme dat geheel anders is dan het Franse of het Poolse absurdisme uit de jaren 60. Het is zwarter dan zwart en wanhopiger en tegelijk hoopvoller. Men ziet een toneelbeeld waarin de deur, waartegen de politie staat te bonken, opengaat om ons een beeld te tonen van een bedelaar met twee krukken en een met dikke zwachtels verbonden kiespijnlijder; of het beeld van een dikke man uit de 18e eeuw die de bladen uit een telefoonboek scheurt; of het beeld van een staand publiek. Wat er in het halve uur dat de voorstelling duurt door je heen gaat in die opeenvolging van krankzinnige beelden, het roffelen van de balletschoentjes van Elizaveta Bam, de pijnlijk uitgerekte klinkers in woorden, zal voor iedereen weer anders zijn. Voor mij was het een voorstelling over de wreedheid, waarin de lach die bij je opkomt wordt gesmoord, waarin een blik van hevige angst omslaat in een vrolijk moment. In die verwarring ontstaat een orde, niet van schoonheid maar van echte kunst, van een principe dat probeert de zinloosheid van de wreedheid zo te ordenen dat zij ontwapenend werkt.

Hans Oranje
NRC Handelsblad

partituur

tekstfragment Elizaveta Bam:

Een kleine, ondiepe kamer, eenvoudig ingericht.

EERSTE STUK – Een realistisch melodrama

Elizaveta Bam: Ieder ogenblik kan de deur opengaan en dan komen ze binnen… Zij komen vast en zeker om mij te arresteren en van de aarde weg te vagen. Wat heb ik gedaan. Wat heb ik gedaan. Wist ik het maar… Vluchten. Maar waarheen? Deze deur komt op het trapportaal uit en op de trap kom ik ze tegen. Door het raam? (Kijkt uit het raam). Huu! Veel te hoog! Daar kan ik niet uit springen. Wat moet ik toch doen… Hoor – voetstappen. Daar zijn ze. Ik doe de deur op slot en maak niet open. Ze kunnen kloppen zoveel als ze willen.

(Er wordt op de deur geklopt; dan een stem achter de coulissen, dreigend).

Stem: Elizaveta Bam, maak open. (Pauze). Maak open, Elizaveta Bam!

Stem verder weg: Waar blijft ze nou, de deur gaat niet open.

Stem achter de deur: Reken maar, wacht even. Elizaveta Bam, doe open!

(Elizaveta Bam werpt zich op bed; zij steekt de vingers in haar oren. Stemmen achter de deur).

Eerste stem: Elizaveta Bam, ik gelast je de deur onmiddellijk open te maken!

Tweede stem (zacht): Zeg haar dat wij de deur anders forceren. Laat me even proberen.

Eerste stem (luid): Wij trappen de deur in, als je niet direkt open doet!

Tweede stem: Misschien is ze er niet.

Eerste stem (zacht): Natuurlijk wel. Waar zou ze anders zijn. Ze is de trap opgerend. Er is hier maar één deur. Waar zou ze anders heen hebben gekund. (Luid). Elizaveta Bam, voor de laatste maal sommeer ik je: maak open! (Pauze). Breek hem open!

(Elizaveta Bam tilt haar hoofd op. Met alliteratief geraas proberen zij de deur in te slaan. Elizaveta Bam holt naar het midden van het toneel en luistert).

Tweede stem: Heb je misschien een mes bij je?

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

affiche

krant

Hoe Roodkapje wordt verteld en opgegeten
(1989)

Introductie

Roodkapje is het meest geliefde sprookje dat wij kennen. Collegaatjes als b.v. Sneeuwwitje en Doornroosje laat zij ver achter zich als het om aantallen versies of kilo’s wetenschappelijk commentaar gaat.
Dat Roodkapje doorgaat voor een dommig, onschuldig meisje is het gevolg van een legendevorming waaraan vooral de gebroeders Grimm zich schuldig hebben gemaakt. Zij schreven haar op maat voor heilige burgerlijke huisjes.

Er is een orale versie van dit sprookje waarin een vindingrijk meisje door de wolf tot kannibalisme wordt gebracht. Hij nodigt haar uit om naakt bij hem in bed te komen liggen. Het kind is daar niet te beroerd voor. Uiteindelijk is zij de wolf te slim af. Onder het voorwendsel dat zij moet plassen, ontglipt ze de wolf die bij de achtervolging het loodje legt. De Fransman Perrault schrijft zijn versie in 1695. Hij laat het meisje ook naakt in bed bij de wolf stappen en hij zet haar bovendien een rood kapje op.

Er zijn nog veel meer versies van Roodkapje: een aftroevende versie, waarin het meisje haar moeder’s geboden en verboden pareert met toespelingen op moeder’s vergeetachtigheid tijdens het naaien. Er is een versie waarin Roodkapje in therapie gaat bij een psychiater. Ook is er een Chinees-communistische versie, waarin Roodkapje een pionierster is die een bres slaat in het bloeddorstige monokapitalisme van de wolf.

Er loopt een klein meisje met een rood kapje door het bos. We weten hoe ze heet. Maar waar ze vandaan komt en wat haar persoonlijke geschiedenis is, dat zijn vragen die niet zo gemakkelijk te beantwoorden zijn. Omdat in de loop van de tijd de opvattingen over dit sprookje vaak veranderde, weerspiegelen die opvattingen elk tijdperk waarin deze plaatsvonden. Daardoor bestaat er een uitgebreide literatuur over Roodkapje: psychologische analyses, sociologische verhandelingen, talloze commentaren en adaptaties.

In de theaterversie van Levano met mede-regisseur Carel Alphenaar komen een zevental versies van het sprookje aan bod en de twee acteurs en twee actrices zullen in de vorm van afwisselende tekst-estafettes delen van een versie laten volgen door allerlei analyses, die in de loop der tijden door uiteenlopende deskundigen van dit meest geliefde sprookje gemaakt zijn. Levano: ‘Mensen vinden en vertellen mij dat de wolf moet meedoen, moet meebewegen. Onzin… er beweegt al genoeg. De wolf zit en luistert’.

tekstfragment Hoe Roodkapje wordt verteld en opgegeten:

Chinees-communistische versie

Voor de lakeien van het bloeddorstige mono-kapitalisme wordt het steeds moeilijker om het volk eeuwen lang te blijven belasteren en om de overlevering van zijn heldhaftige strijd nog langer tegen te houden in de vorm van de meest perfide geschiedkundige vervalsingen.

Want wij kunnen nu tijdens onze strijd aan het front van de wereldwijde cultuurrevolutie vaststellen dat er verschillende bressen in de vijandelijke stellingen geslagen zijn.

Een van die bressen is door Roodkapje geslagen want al geruime tijd namelijk fascineert zij al die kinderen die nog niet het slachtoffer zijn geworden van de moordende kapitalistische geldhonger.

Zonder dat deze opgroeiende kinderen zich ervan bewust zijn voelen ze het toch heel goed aan: ja, zo hoort het te zijn.

Ja, zo moet de strijd van het volk op een dag beslissend eindigen, ja.

De kinderen van het gehele volk moeten ervan bewust gemaakt worden dat ze later als volwassenen een heldhaftige strijd gaan voeren waarvan dit sprookje zo’n schitterend symbool is.

Want het meisje Roodkapje is een jonge strijdster die vecht voor de bevrijding van ons volk en zij heeft zich getooid met de rode vlag van de Revolutie.

flyer voor
flyer achter

Pers

recensie Utrechts Nieuwsblad (27/11/89)
Hans Stufers
recensie

recensie nieuw israelietisch weekblad (8/12/89)
Eva den Buurman
recensie

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Eine Stunde Aufenthalt mit Anna Blume
Een uur oponthoud met Anna Blume
(1989)

Pers

Persbericht Münchener Merkur
Rolf May

Schwitters-Collage in de Black Box te München

Zin of Onzin

Schwitters’ minidrama ‘Een uur oponthoud’ werd door hem op een geraffineerde en muzikale manier totaal versplinterd met fragmenten uit zijn Merz- en Anna Blume-teksten. Hierdoor ontstond er een nieuw en kaleidoscopisch geheel: ‘Een uur oponthoud met Anna Blume’.
Daarin wordt met alle banaliteit en ironie een driehoeksgeschiedenis beschreven, waarin met een knipoog en op een sluwe wijze de spot wordt gedreven met zin en onzin van theatrale afspraken.
Tussen allerlei verwikkelingen en misverstanden door blijft Anna Blume haar magistrale teksten seinen. Hiermee doorbreekt zij ons verwachtingspatroon over een mogelijke afloop van het minidrama.
Schwitters’ verrukkelijke, soepele en ironische opzet van zijn minidrama kan men bepaald niet als een vruchteloze poging beschouwen.
De Amsterdamse avantgardist Chaim Levano zorgt daarbij zonder enige ophef voor enkele speelse momenten.
Niet missen! Vandaag om 20.00 uur de laatste voorstelling.

recensie nieuw israelietisch weekblad (28/4/89)
Eva den Buurman

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

De nieuwe kleren van de keizer
(1988)

De nieuwe kleren van de keizer van Vonne van der Meer

RO Theater
Regie: Ton Lutz
Dramaturgie: Karel van Muyden
Productie: Lily Harings, Fred Tokkie
Kostuums: Geke Oosterhof
Decorontwerp: Judith Lansink
Lichtontwerp: Henk van der Geest

Muziek: Het Paleis van Boem, Maarten Vonk, Jaap de Weijer

Uitvoerenden: Hajo Bruins, Jan van Eijndthoven, Luc van Mello, Antoinette Jelgersma, Lou Steenbergen, Yvonne van den Hurk, Ben Hulsman, Leonoor Pauw, Tom van Beek, Paul R. Kooij, Lettie Oosthoek, Chaim Levano, Ralph Pruysen, Milan Duchenne, Jasper Sevenhuijsen, Rik Kooman, Maaike van Vlijmen, Niki Smit, George van Houts, Tom de Ket, Paul Kalishoek, Dik Makelaar, Tineke Makelaar, Frans Wulffele, Dorine Wip, Yvette Hofstede, Magda Meijer, Theo Arntz, Walli van den Bosch, Vittorio Giorgi, Hans Kooiman, Harry Theissen

decorontwerp Judith Lansink

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Poesie.Musik.Aktion
(1987)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Du bist von hinten wie von vorne
(1987)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

IST BLAU DIE RICHTIGE FARBE
(1986)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________


Mieke Mom
(1985)

Mieke Mom van Guus Kuijer

RO Theater
Regie: Paul Vermeulen Windsant
Dramaturgie: Ad de Bont
Productie: Marjan Croese
Kostuums: Roelie Westendorp
Decorontwerp: Paul Gallis
Lichtontwerp: Steven Kemp

Uitvoerenden: Ingrid van Leeuwen, Bruun Kuijt, Chaim Levano, Elsje Slats, Bets van der Wal, Dries Smits, Froukje van Houten, Koos van der Knaap, Tim Meeuws, Laus Steenbeeke

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Gebed zonder end
(1982)

Pers

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Waste of Time/Rico Royal
(1978)

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Waste of Time II
(1974)

Waste of Time II
7 mei 1974
Shaffy, Amsterdam

Choreografie: Will Spoor
Kostuums: Ton Verheugen
Muziek: Hub Mathijsen, Chaim Levano

Uitvoerenden: Ellen Uitzinger, Fran Waller Zeper, Guus de Mol, Geraldine Brans, Wouter Steenbergen, Hans Lemmens, Will Spoor, Gjalt Walstra, Frits Jansen

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Vis voor vier
(1972)

Stadsschouwburg Haarlem
Première vr 8 sept

Vis voor vier van Wolfgang Kohlhaase, Rita Zimmer vertaald door Hans Roduin

Toneelgroep Centrum
Regie: Gunther Tabor
Kostuums: Günther Kupfer
Decorontwerp: Günther Kupfer

Uitvoerenden: Elisabeth Hoytink, Ingeborg Elzevier, Els van Rooden, Jacques Commandeur, Chaim Levano, Boudewijn Leeuwenberg, Ria Vroemen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s